Och och

Schier en ongenaakbaar ging ie. Och wat en arm hoopje was er nog van hem over. Nee, die pinksterdagen van 1976 zal ie niet gauw meer vergeten. Het deed hem nog steeds pijn aan zijn liezen als ie er aan terugdacht. Och waren die dagen maar aan hem voorbijgegaan, toen. Wat kreeg ie toch van katoen.

Je hond uitlaten

De hond zit al te lang in zijn hok. Hij pist en schijt de fundering rot. De tralies beginnen te roesten. In het vochtige donker blikkert zijn vals geel gebit. Je schuift een bak bonzo onder de spijlen, maar trekt snel je handen terug, ervan af. Hij huilt je uit je slaap en zijn vuile ogen kijken je overal na. Hij zit in je. Zijn harige vacht drukt binnen tegen je vel, je botten verwilderen en schurft begint te jeuken. Och jongen, was er maar vaker met em uit gelopen