Berlijn

Over een paar weken gaan we weer eens voor een klein weekje naar Berlijn en langzaam begint het weer een beetje te kriebelen. Dankzij de vrijpostigheid van het web heb ik bewegende kleurenbeelden afgeladen van de stad in 1936, eens soort van nationaalsocialistisch toeristenfilmpje en daarnaast een kleurenfilm gemaakt door de geallieerden van een volledig verwoeste stad in 1945, waarvan je je nauwelijks kunt voorstellen dat die nog ooit zal worden opgebouwd. Dat de stad is opgebouwd weten we en in een veel kortere tijd dan de 50 jaar die de eerste door de Russen benoemde burgemeester aan geschatte heropbouwtijd tijd gaf. Een klein wonder dat na de hereniging in een nieuwe fase is beland en dat de moeite waard blijft te blijven volgen. Terplaatse, via de media en door middel van het web en via het weblog van de NOS

Nee, het socialisme heeft toch ook goeds gebracht.

Ik heb het eerste deel gelezen van de teruggevonden tijd van Proust, maar is niet helemaal mijn ding geworden. Het heeft vooral te maken met de hoofdpersoon: het is niet mijn type. Het is wat we hier in de rauwe provincie een mietje zouden noemen, helemaal in zwijm voor een struik roze meidoorns, een papa’s kindje dat andermans handelen verklikt aan zijn ouders. Door de vele herhalingen en eindeloos lange zinnen kom je wel in een abstracte roes, wat je ook bij Joyce en Beckett hebt, maar het milieu en de hoofdpersonen hebben niet mijn sympathie. Van de onbeholpen omgang met gevoelens van verliefdheid krijg ik echt kromme tenen. Het is ook een subtiel kritiek op de saloncultuur, de rangen en standen en onderling gekrakeel, maar ik zou ze het liefste allemaal van hun pluche schoppen. Nee, het socialisme heeft toch ook goeds gebracht.