Zevenheuvelenloop. Redelijk uitgeslapen en net mijn koffie met muslibrood op. Melk op het fornuis voor de havermoutpap, die nu ik dit tekstje schrijf staat af te koelen op tafel. In de zes jaar dat ik nu hardloop is het de vijfde keer dat ik meeloop en is een soort ijkpunt geworden. Het is nagenoeg ook het enige loopje waar ik aan meedoe; mijn niveau is te laag om veel voldoening te halen uit wedstrijdjes. Lopen is voor mij vooral inspanning buiten, eruit gaan, lichaam en omgeving ondergaan. Natuurlijk probeer ik wel steeds verder en sneller te gaan, een doel dat te vaak sneuvelt in een te volle agenda. Ik ben heb mezelf tevreden gesteld met het feit dat al die jaren nog wekelijks loop.
De pap inmiddels achter de kiezen. Het is de kunst om genoeg te eten, maar niet te veel en genoeg te drinken, maar ook niet teveel. In de afgelopen jaren heb ik al zo een beetje alle fouten gemaakt en die kosten je toch al gauw een paar minuutjes. Matig eten en drinken is nu de heilbrengende strategie. Geen flauwekul is het devies. Een lichte warming-up, niet rekken en strekken, matig eten en drinken en vooral lopen en luisteren naar de signalen van je lichaam. Ga me maar eens klaar maken om op de trein te stappen.