Gek worden

Hallow, zei hij en liep zo de trap af. een oude tandloze zaag met kunststof handgreep bemoeilijkte zijn werkzaamheden. Beneden wachtte hem vijf emmers en drie versleten mopscleaners. Nondeju, de vooruitgang sluit als een cirkel om mij heen. Ik besluit mezelf te versnellen, doch bots op tegen cirkelvormigge redeneringen. Waarom moest ik ook die jonge vrouw mijn zin laten betalen. Volgens de loshangende lip was dat wel niet negenenvijftig-gulden-en-vijfenennegentig-cent. Terwijl buiten de rododendron langs de gevel kroop, stond in de donkere hoek een uit zijn kluiten gewachsen vingerplant. Ik dacht:”Nog even en dan haalt een vreemd mistig verleden mij in. Zou ik dan toch nog gek worden?”.

50 jaar Abbey Road

Hoewel ik het hysterische DWDD meestal links laat liggen vond ik de aflevering vandaag over Abbey Road een kleine revelatie.

Het bracht me er in ieder geval toe mijn oudere stelling hier op te schrijven dat alle nummers die George Harrison voor The Beatles schreef tot de beste nummers van The Beatles behoren. En dat ik daar pas na een jaartje of 30 achter ben gekomen, eigenlijk door de film Living in the material world uit 2011. Vooral het onmetelijk diepe Long, Long, Long behoort tot de beste popnummers ooit.
John Lennon erkende het talent van George en uit teruggevonden bandopnamen stelt die voor om George 4 nummers te geven op het nieuwe Beatles-album, dat nooit verscheen. Het is deels de Hybris (I Me Mine) van McCartney die de band de das om heeft gedaan.
Ik zag ooit filmbeelden van opnamen van een solo album, ik denk Rock ´n´ Roll van John Lennon, geproduceerd door Phil Spector. Een stoet aan hippies en andere koekwausen die allemaal van de grote Lennon willen profiteren. Je ziet Lennon compleet verloren tussen die figuren tot George Harrison verschijnt en ze samen de studio in gaan. Die twee zijn volledig gelijkwaardig, complementair en je ziet het geheim van het succes van The Beatles.