Een oude gewoonte in stand gehouden, op een laag pitje
Hij last, soldeert, timmert, giet, perst, walst zijn eigen hel. En het is goed zo, want hij verdient niet meer.
Mijn eerste aanraking met computers was in 1980. Mijn vader kwam thuis met een zelfbouwpakket genaamd Hobbit waarin een Acorn Atom zat, een zeer geavanceerde, modulaire computer met hires graphics (256×192) en de RISC-achtige 8-bit 6502 processor met 3 registers, draaiend op 1 MHz gekoppeld aan een pipeline met 1-byte-prefetcher. Programma’s werden opgeslagen op casette met 300 baud, of je tikte ze over van listings. Deze machine is uiteindelijk helemaal uitgebouwd naar 40K ram, een 65C02 op 2 MHz, meerdere option-roms, 2400 baud modem en 360K diskdrive. Ik had 1 flop waar ik alles wat ik had op bewaarde en die is nooit volgeraakt!
[niet via Cioran, maar via socialfiction, via google, tot ik dacht, waar heb ik dat woord oorbeek deze week eerder gelezen. Wat is het www is klein en smal en kort en snel en zonder primeur]
Geld en fotografie zijn gelijkwaardige totaliserende systemen, om alle subjecten binnen één enkel globaal netwerk van waardering en behoefte, te binden en te verenigen. Het zijn “levelers”, “democratizers”, die een nieuwe reeks van abstracte relaties tussen individuen stichten, die als werkelijk ervaren worden
Ik was wat aan het filosoferen over de spiritualiteit van computers en meer van dat soort kul en gelul over 1/0, aan/uit, ja/nee, zijn of niet zijn, toen ik kwam op:
De motor van iedere fascinatie loopt op ontkenning en bevestiging ofwel haat en liefde.
Zoveel als ik kan verlangen naar een postindustrieel tijdperk gevoed door nostalgie zo kan ik ook dwepen met de schoonheid het industriële landschap of een fabriek. Jaren heb ik in de vakanties gewerkt in een mengvoederfabriek, een betonnen blok van vijftig meter hoog vol met stampende, schuddende, en ronkende machines. Hier werd met geweld veevoer gemaakt, natuurlijke grondstoffen door machines verkracht tot gladde korrel. Stof was het zweet van het proces, dat je overal rook, dat in je poriën ging zitten.
Een fabriek is eigenlijk een grote machine, een lichaam. Voor worden er grondstoffen in gestopt en achter wordt het product uitgepoept. De arbeiders zijn de enzymen van het proces, zij bewegen zich door het lichaam met het enige doel: continuïteit van het proces. Het proces is de ziel van de machine, en de arbeider verliest zich hierin. Zijn lichaam wordt onderdeel van het lichaam; hij wordt een machine in het lichaam van de machine.
Regelmatig heb ik in de schemering en zelfs ‘s-nachts op het dak gestaan bij de rode neonletters. In mijn herinnering waren het zwoele zomeravonden. Onder mijn voeten denderde het proces door. Maar hierboven kon ik de schitterende vormen ervaren, de verschillende kleuren en vormen kunstlicht. In de verte rijden auto’s over de snelweg, het water schittert en in de schaduw de contouren van de binnenvaartschepen. En veel landelijk duister. Op deze momenten kun je niet ontkennen dat het zo moet zijn. De fabriek is een natuurlijk lichaam in het landschap. Mijn god, het zal toch geen liefde zijn?
Hoe zal het lichaam onderdeel worden van deze nieuwe apparaten en economieën, sociaal, instinctief, technologisch?
Dit is de originele ponskaart waarmee de verlichting werd ontstoken bij de opening van het Evoluon
In de archieven van Ernst Leefsma bleek een beeldplaat uit 1969 aanwezig te zijn met daarop een 12 minuten durende film over het Evoluon!! Geweldig om al deze beelden uit de beginperiode nog eens terug te zien!
De wereld is vergaan, haar naam spelde een nieuw getal,
het licht viel van de sterren af: verdwaald.
Eenzaam lag de goede aarde te wenen
over zoveel wederkeer van liefde en
haar weelde sloeg in lentebloemen neer.
En de vogelen vervolgden het lied
dat lang geleden was gestaakt
zo ongemerkt,
dat wij vergaten hoe het tot zwijgen was geraakt.
Gerrit Achterberg
Niet alleen dat het mijn gezichtsveld vermechaniekt, postindustriële verfijning ten spijt, mijn gehoor, o mijn gehoor. Want het vreet zich een gat met snijdende resonans: er loopt weer eens bloed uit mijn oor.
complexe abstractie versus een dodelijk duidelijke concreetheid. Korte hoofdstukken met wisselende stijlen. Een stijl als een palet. Welafgewogen toegepast. De man zit bij het raam en hij staart naar de maan. Versus. Afgeschermd door materie, de materie die het wezen doorlaat, doch beschermt tegen ruis. De raam ordent de informatie, maakt het te pruimen. Begrenzing is het sleutelwoord. Beperking als middel tot verruiming. Middelen tegen de verstikkende weidsheid. Ken jij er nog een paar?
“[Ik wil] er op wijzen dat de beweging die ik zojuist verklaard heb, een even noodzakelijk gevolg is van de bouw en de onderlinge verhouding der organen -, die men met het blote oog aan het hart kan waarnemen -, en van de warmte van het hart – die men er met zijn vingers kan voelen -, en van de aard van het bloed – die men door ervaring kan leren kennen -, als de bewegingen van een uurwerk volgen uit de kracht, de vorm en de verhoudingen van zijn gewicht en raderen” (Descartes 1637: 86).
ritueel: Ik ga zitten op mijn luxe bureaustoel die ik aan mijn gewenste stand kan aanpassen en ik druk op het soepele knopje van mijn machine. Een vertrouwde pieptoon, de ventilatoren beginnen te zoemen, het 19 inch beeldscherm knippert vervaarlijk en na verloop verschijnt het inlogscherm van windows XP. Vervolgens begin ik als een robot allerlei programma’s te openen, knoppen van allerlei aard te beroeren, toetsen, muisknoppen, virtuele buttons, hyperlinks.
En jij sporadische lezer hebt vast een vergelijkbaar ritueel en wij zijn met die rituelen verbonden via het machinenetwerk Op zich is dit al niets opzienbarends meer, het is in enkele jaren een ordinair gegeven geworden. Deze gewoonte heeft een vorm gekregen en die vorm is verrot moeilijk te doorbreken. Die vorm bepaalt namelijk de inhoud: van de hak op de tak, steeds sneller en steeds korter.
De machine bepaalt tijd en met het toenemen van de snelheid draagt de tijd minder informatie. Het moderne idee van vooruitgang is het opvoeren van snelheid. Het stukje dat ik nu neertiep kan ik binnen 3 seconden wereldwijd toegankelijk maken. Door de toegenomen snelheid denk ik ook korter na; het vervaardigen van tekst gaat sneller. Teksten worden slechter en minder waard in het ergste geval waardeloos.
Je gaat ook sneller en vluchtiger lezen, een tekst van meer dan 150 woorden wordt teveel. Je pakt er in de vlucht een paar steekwoorden uit, als die steekhoudend zijn lees je er een beetje het zinnetje eromheen, als dat nog boeit lees je het hele stuk om het vervolgens snel te vergeten.
De kans dat daarom iemand nog deze regel leest is nihil, kan net zo goed ophouden of lekker gek gaan doen.
Pielemoosch, zuk zuk, belli belli, je moeder is een trellivel, je vader een zapverloor, je zus een nemnem en ik verloor.
een woord vooraf
Al jaren stel ik belang in de mate waarin de mens wordt voortgebracht door dat wat hij zelf voortbrengt. Deze fascinatie zag ik prachtig verbeeld in de tentoonstelling die zweite Schopfung, die ik vorig jaar in september in Berlijn zag. Het leek me aardig om met dit onderwerp dit themalog-experiment te beginnen, waarbij het de bedoeling is om iedere maand een ander thema aan te snijden. Een zoveelste poging tot verruiming door beperking voor een non-disciplinair.
Ik zie knoppen, ik voel ze, ik hoor ze en soms ruik ik ze en zitten ze in mijn kop.
Had ik maar minder talent en een doel.
Mijn naam is Stefan Klee (26.08.2003) Mijn naam is Stefan Klee en dit is het vervolg op lifelog. Ooit begonnen als parodie op mijn eigen bestaan en nu de parodie zelf geworden. Vraag me niet waarom ik het doe, het zal wel iets met drang en dwang te maken hebben.
Het hooge woord moet eruit. Na een studie van tenminste tien jaar moet worden geschreven:
CINEMA HEEFT DE LITERATUUR VERSLAGEN
PRIMUS IS BACK! Fall tour and DVD/EP with original drummer Tim Alexander…!
In June, three old friends reconvened at Rancho Relaxo and recorded 5 new songs. Some of these musical ideas were generated in May in LA, when Les Claypool, Larry Lalonde and Tim Alexander (don’t call him “Herb”) first got back together and spent 3 days jamming, testing the waters, feeling each other out and working on new jams. The new songs are “The Carpenter and the Dainty Bride,” “Pilcher’s Squad,” “Mary the Ice Cube,” “The Last Superpower aka Rapscallion,” and “My Friend Fats.”
“The track ‘Pilcher’s Squad’ was written and recorded in one afternoon. The lyric was inspired by the activities of the notorious Sgt. Norman Pilcher, a London police detective that used to bust Pop stars (including John Lennon and George Harrison) in the late sixties for drug possession. He was later convicted and subsequently jailed six years for planting evidence,” states Les.
My name is Mud Not to be confused with Bill or Jack or Pete or Dennis My name is mud and it’s always been ‘Cause I’m the most boring sons-a-bitch you’ve ever seen I dress in blue-yes navy blue From head to toe I’m rather drab except my patent shoes I make ‘em shine, well most the time ‘Cept today my feet are troddin’ on by this friend of mine Six foort two and rude as hell I got to get him in the ground before he starts to smell
My name is Mud
My name is Mud, but call me Alowishus Devadander Abercrombie That’s long for Mud, so I’ve been told Told that by this sonsabitch that lies before me bloated blue and cold I’ve got my pride, I drink my wine I’d drink the finest except I haven’t earned a dime in several months Or were it years The breath on that fat bastard could bring any man to tears We had our words, a common spat So I kissed him upside the cranium with an aluminum baseball bat
My name is Mud
een extra lange editie met een erg stoute kunstenaar in de hoofdrol; ik vond zijn doeken altijd al aan de grote kant, maar wat of dat ermee te maken heeft?
ik ben weer eens voornemend, de voornemens van een rusteloze geest zonder zelftucht. Het idee is, ten behoeve van enige diepgang, met maandelijkse thema’s te gaan werken. Dit idee is verre van nieuw, maar nu ben ik voornemens me het eens ernst te maken. Ten behoeve van de vorm en afmeting zal ik hiermee op 1 september beginnen. Het thema zal dan zijn: de geschiedenis van invloed van industrialisatie op de weserse cultuur. Dit naar aanleiding van van de tentoonstelling die ik in Berlijn zag, Die zweite Schöpfung. Zover ik het als oerlogger kan bezien is dit nog niet eerder zo gedaan en daarom neem ik me hier het recht dit splinternieuw fenomeen te betitelen met de revolutionaire term: themalog. Niemsz, ’s Nederlands eerste themalogger. Het uitspreken van deze woorden zalft mijn oor, streelt mijn ego. 1 september en nu proberen het niet te vergeten.
Hoe graag zou ik nu niet een aardig stukje schrijven. Een stuk, goed slecht geschreven, diepzinnig aan het oppervlak, maar ook pijnlijk verzachtend en vrolijk droef, als het even kan uitbundig met ingetogen randjes.
Ik kom momenteel niet verder dan mijn eigen oppervlak. Ik ben ondoordringbare buitenkant, Binnen borrelt het, een soep van maanden staat er te koken. Die soep zet je geen gast meer voor, ik eet daarom veel buiten de deur. Kon ik maar binnen, ik flikkerde de duivelsdrek zo in de zink
Het shirt zit me te strak, zijn naad schuurt. Ik heb me een ander aangemeten. Zo een vreeslijk lelijke los geval, een net zonder mouwen. Misschien zie je me er nog we ergens in rondsjouwen, de kans is groot want ik ben nogal opzichtig aanwezig.