Het is alweer enkele jaren hip om Nederlandstalige popmuziek te maken. laatst zag ik een registratie van een optreden zo een neonederpopexponent Blløf. Normaal als je een tekst hoort ontstaat er zoiets als betekenis, maar hier ontstond niets. Het was willekeurig gemonteerd Nederlands. Ik begon ernstig aan mezelf te twijfelen, durfde er met niemand over te spreken, bang dat de diepere betekenis me ontging, geconfronteerd te worden met hysterische Zeeuwse meisjesfans. Tot ik vandaag het volgende wetenschappelijk artikel las: Pseudo-poetica: Blløf’s bluf
Blof is tekstueel zeker niet geniaal.
Maar, en dat is ook wat waard, woorden zonder betekenis achter elkaar kunnen ook mooi klinken. En prettige muziek maken.
(Bovendien kan ik ook wel weer liedjes verzinnen die wel geinterpreteerd kunnen worden).