Tegelijkertijd raakte Niemsz geest steeds meer in de ban van het post-modernisme. Veel jonge intellectuelen uit zijn omgeving, maar ook daarbuiten, kregen moeite met zingeving, met de onwezenlijkheid van alle verschijnselen. Niemsz zocht troost in de schoonheid van de dingen, maar ook in de schoonheid van het verschrikkelijke. Steeds meer van zijn tijd ging op aan het zoeken naar wezenlijke schoonheid en in het zelf creeren hiervan. Het ideaal van de autodidact werd geboren.