Vandaag naar het we-moeten-ook-zo-nodig-een Bonefantenmuseum. Het lijkt heel wat, maar het is werkelijk niks in een postmodern toverblik van Aldo Rossi. Een bij elkaar gebeunde matige afwerking. De we-willen-het-zo-graag-goed-doen vloeistof loopt van de trappen zo de maas in. En omdat het flink vroor was het goedje vandaag spekglad geworden en lag te kijk op de kade. En was de koffie nog maar goed geweest. In de meeste musea, ook de dode, is de koffie uitstekend en afkomstig van doorgaans hetzelfde merk apparaat en bonen. De koffie, geserveerd in een dikwandig kopje, heeft een ietsjes verhoogde viscositeit, gedeeltelijk bepaald door een laagje okerromig schuim. De koffie heeft een bittere nasmaak die tot in je neus doordringt en minstens en minuut blijft nasmaken. Als je met zo een smaak langs al die verheven shit loopt heeft je museumbezoek een zin, je geniet van kunst. Zo een koffie is het Bonnefantenmuseum niet rijk en dan is het al bijna onmogelijk om het Niemsz naar de zin te maken. De collectie is matig, tentoonstellingen zielloos, slechts enkele keren vergat ik mijn koffieteleurstelling en ��n keer was er een glimlach op mijn gezicht: de 184 minuten durende 8 mm film op video van Roman Signer.

[3]

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *