verslagje

Gisteren naar de Grote Prijs van Nederland geweest, die helaas niet werd gewonnen mijn grote favoriet, zowel muzikaal als persoonlijk, Mummy’s a Tree. Richtig Schade!!.ondanks een kippenveloptreden. Toch kan ik, ondanks mijn meedogenloze partijdigheid zeker sympathie opbrengen voor de winnaar, Incense, jongens uit een stuk, die een soort van Sonic Youth-achtige versimpelde Tool brengen met een vleugje Nirvana in Deussaus, waarvan de drummer lijkt op de gitarist van Anthrax en werd uitgeroepen als beste muzikant en die loeihard van zich afbliezen.

Eigenlijk is het maar een Grote onzinprijs, want de genres waarin de verschillende deelnemers opereren ligt te ver uiteen om ze goed met elkaar te kunnen vergelijken. Het is of je een wedstrijd organiseert tussen een zwemmer, een hardloper, een wielrenner en een schaatser. Wie zal er winnen en wie is nu de beste sporter? Tsja. Erg aardig vond ik trouwens A Pin’s Fee, een power-seventies-rockformatie-met-skretsjer die ondanks hun jonge leeftijd en een mislukte John Spenser-immitatie, Hell Yeah, toch behoorlijk sterke nummers wist neer te zetten.

Op de valreep ook nog een aversie tegen camera’s opgelopen. teringdingen. Bijna overhoop geslagen door en camera, zit je lekker met je vrienden de dadaïst uit hangen, hup een camera in je snotter. De honger naar sensatie, de honger naar leven. Verbeten wordt het in een kader geperst. Hapklaar gemaakt voor de huiskamerconsument, die denkt dat het leven is als televisie, muziek als uit de stereo en flesjesbier smaakt als in de kroeg.

wordt ongetwijfeld vervolgd

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *