Wie niet te langzaam wil rijden, rijdt te hard

De afgelopen maand zaten er maar liefst drie verkeersboetes in de brievenbus voor te hard rijden. Tussen de vijf en vijftien kilometer per uur ter hard buiten de bebouwde kom op een lege weg. Het mag niet ik weet het, het is een keuze, een dure, maar crimineel?. In al die over de honderdduizend kilometers die ik gereden heb ben ik nog nooit in een gevaarlijke situatie gekomen door wat te hard te rijden. En ik ken ook helemaal niemand die ooit in een gevaarlijke verkeerssituatie terecht is gekomen door wat te hard rijden. Gevaarlijke verkeerssituaties ontstaan door vermoeidheid, niet goed kijken, onoverzichtelijke situaties, met radio pielen. De belangrijkste reden om harder te rijden is om niet te langzaam te willen rijden. Die figuren te langzaam rijden zijn vaak pas echt een gevaar, letten niet op, geven aanleiding tot inhaalgedrag. Iedereen die niet te langzaam wil rijden rijdt te hard en dat weten ze; mijn boetegeld is al in de begroting voor 2008 meegenomen. Ondertussen loer ik op een gelegenheid voor genoegdoening en houd ik me een paar weken wat meer aan de snelheid.

Achter de berg die er eens was

<%image(20070304-gedicht_hans.jpg|348|548|null)%>

Achter de berg die er eens was
Klom de zon langzaam uit haar
zwarte hol in het duistere moeras
De klim verliep in een verhelderend
tempo, vol haast en traag.
Boven de berg die er toch nog was
Greep ze de macht over het zwerk
Totdat ze weer terug moest
Aangetrokken door sirenen van de
zompen
Het zwerk werd overgenomen door
zwakke sterren, sterk door hun veel-
heid.
Het zwerk, zerk voor de zon?
De eindeloosheid bleek uiteinde-
lijk het parlement, de macht.
Dan weer zon, dan sterren maar
altijd weer,
De berg die eens was, was wijs,
wist en moest zwijgen.

Hans van de Ven