Meer dan vijf jaar geleden, nee, zelfs meer dan acht jaar geleden, ofwel Niemsz waant zicht heel eventje Nederlands-eerste-weblogger-met-terugwerkende-kracht:


010796



Vandaag om negen minuten over negen opgestaan. Hierna eerste mijn gebruikelijke anderhalve kop koffie gezet en geconsumeerd onder begeleiding van Bach’s fluitsonate in H-moll.
Als elke morgen werd ik wakker met een resonerende maag; een maag die frequentie overneemt van de onrust in mijn hoofd. Elke ochtend hetzelfde ritueel met elke keer weer hetzelfde onbevredigende resultaat: de scheiding van geest, ziel en lichaam. Het ochtendritueel heeft als doel het op een lijn krijgen van deze mijn ik-vormende elementen. Koffie voor de geest, muziek voor geest en ziel, kijken in de spiegel voor geest, ziel en lichaam. Deze elementen zou men als een reflectie kunnen zien van de heilige drie-eenheid. Het ochtendritueel wordt zo een gebed.

Vrijheid kent alleen expansie, het neigt wervelend naar de grenzen van het oneindige. Onbegrensd leidt het tot totale chaos. Het is de kunst de vrijheid in te perken en als in een verbrandingsmotor zijn explosieve kracht te gebruiken, een levensmotor.




Alle delen zijn binnenkort op dvd te verkrijgen, waarschijnlijk onbetaalbaar, maar beschikbaar

Rode Poon


The Fish

In a cool curving world he lies
And ripples with dark ecstasies.
The kind luxurious lapse and steal
Shapes all his universe to feel
And know and be; the clinging stream
Closes his memory, glooms his dream,
Who lips the roots o’ the shore, and glides
Superb on unreturning tides.
Those silent waters weave for him
A fluctuant mutable world and dim,
Where wavering masses bulge and gape
Mysterious, and shape to shape
Dies momently through whorl and hollow,
And form and line and solid follow
Solid and line and form to dream
Fantastic down the eternal stream;
An obscure world, a shifting world,
Bulbous, or pulled to thin, or curled,
Or serpentine, or driving arrows,
Or serene slidings, or March narrows.
There slipping wave and shore are one,
And weed and mud. No ray of sun,
But glow to glow fades down the deep
(As dream to unknown dream in sleep);
Shaken translucency illumes
The hyaline of drifting glooms;
The strange soft-handed depth subdues
Drowned colour there, but black to hues,
As death to living, decomposes–
Red darkness of the heart of roses,
Blue brilliant from dead starless skies,
And gold that lies behind the eyes,
The unknown unnameable sightless white
That is the essential flame of night,
Lustreless purple, hooded green,
The myriad hues that lie between
Darkness and darkness! . . .

And all’s one.
Gentle, embracing, quiet, dun,
The world he rests in, world he knows,
Perpetual curving. Only�grows
An eddy in that ordered falling,
A knowledge from the gloom, a calling
Weed in the wave, gleam in the mud–
The dark fire leaps along his blood;
Dateless and deathless, blind and still,
The intricate impulse works its will;
His woven world drops back; and he,
Sans providence, sans memory,
Unconscious and directly driven,
Fades to some dank sufficient heaven.

O world of lips, O world of laughter,
Where hope is fleet and thought flies after,
Of lights in the clear night, of cries
That drift along the wave and rise
Thin to the glittering stars above,
You know the hands, the eyes of love!
The strife of limbs, the sightless clinging,
The infinite distance, and the singing
Blown by the wind, a flame of sound,
The gleam, the flowers, and vast around
The horizon, and the heights above
You know the sigh, the song of love!

But there the night is close, and there
Darkness is cold and strange and bare,
And the secret deeps are whisperless;
And rhythm is all deliciousness;
And joy is in the throbbing tide,
Whose intricate fingers beat and glide
In felt bewildering harmonies
Of trembling touch; and music is
The exquisite knocking of the blood.
Space is no more, under the mud;
His bliss is older than the sun.
Silent and straight the waters run.
The lights, the cries, the willows dim,
And the dark tide are one with him.


Rupert Brooke





De rechterkant met de gorgoon op een sterk punt in de compositie


Het was een blikje. Ik woog het in mijn hand.

elrado v. XXMCCVII


er is een mooie rode draad gebroken in de ochtend
er is de grond vochtig een kind slapend tussen woedbijt
er is een vrouw bij vrienden blijven slapen
er is een scheerstoel in de hemel opgenomen
er is een kamer ademloos gaan lopen
er is een kamer radeloos een leeg gelopen
er is een koker opgestaan met ledematen
er is een open oven hevig gaan bloeden

ik ben niet verzekerd
ik ben bij gebleven

ik ben op de doffe lucht van achtervolgers
langzaam uitgegleden uit
mijn eigen adem hijgt zijn zeilen
zijn zeezeilen zagen de wind
de wind valt om
om en om
( au )
er is een mooie rode draad gebroken in de ochtend

lucebert

noot:
Als je zelf niets te schrijven hebt waarom zou de je dan geen ander schrift gebruiken. Een schrift dat deze week menig maal spook sprak.

Gisteren werd onze Audi 80 plots een Audi 70, nadat hem de voorrang gewijgerd werd die hem toekwam. Nu zitten we in de bureaucratische mallemolen van het verzekeringswezen en de prangende vraag: wordt het een total loss of een facelift.

Vandaag waren we weer eens in het kroller-muller museum. Hoewel ik een ware liefhebber ben van de collectie en haar locatie meenden ze ons daar te kunnen verrassen met iets dat ze favorieten van Helene hebben genoemd. Wat een gedrocht. De favorieten hangen frivool in vloekende lijsten aan trendy gesauste wandjes. Een totale ontzieling van Helenes erfenis. In shock zijn we in de wagen gestapt en het park uit gejagen.

Mijn ongedurigheid leidt in toenemende mate tot synchroon lezen en wat ooit beperkt bleef tot mijn nachkastje slingert nu schaamteloos door het huis. Zo lees ik momenteel: Arbeidsvitaminen, Martin Bril en Dirk van Weelden, De enige gast, Dylan van Eijkeren, Tijd van onbehagen, Ad Verbrugge, Sferen, Peter Sloterdijk, De movo tapes, Afth, Met open zinnen, Ton Lemaire.

Ik wil niet naar bed, maar eigenlijk ben ik al halverwege. Hoe vaak was ik hier en hoe vaak moet ik nog concluderen: zij biedt geen kwaliteit, hier verliest het willen van het kunnen. Dus, welterusten.




de grote modderkruiper