
Gisteren zijn we naar eens speciale vertoning van Goodbye Lenin geweest. Daarna werd er nog wat gedebatteerd over de film en zijn verband met het huidige ostalgiebegrip, met niemand minder dan Thomas von der Dunk.
Bij nader beschouwing moet ik concluderen dat de film nog veel beter is dan ik al direct ervoer. Hij kent vele lagen die consequent zijn doorgevoerd en verschillende kanten belichten van de manier waarop het individu omgaat met de geschiedenis en de macht. Het is een film die zijn eigen geschiedenis vertelt. Het aardige is ook het idee dat veel veranderingen niet door sterkte tot stand komen maar uit zwakte. Veel achteraf-helden worden geboren uit momenten van zwakte, persoonlijk falen en daaruit voortvloeiend overcompensatie. In al hun heldhaftigheid slaan ze door en blijken nog verder achteraf vaak meer te hebben vernield dan goed gedaan.
Maar genoeg gezwetst: ga die film maar eens zien, het wordt tijd dat we onze blik meer naar het oosten richten dan alsmaar over die grote plas naar het westen, zoals Von der Dunk terecht opmerkte.